Harde contactlenzen (vormstabiele / RGP lenzen)

Harde contactlenzen (vormstabiele / RGP lenzen)

Inhoudsopgave:

  1. Algemene informatie
  2. RGP-contactlenzen: vormstabiele (harde) contactlenzen
  3. Complicaties bij RGP-lenzen
  4. De eigenschappen van een vormstabiele lens
  5. Wanneer contactlenzen bij kinderen
  6. Trauma en irregulaire cornea
  7. Animatiefilm

1. Algemene informatie over:
a)  type lenzen
b)  draagwijzen (maandlenzen, daglenzen ed)
c)  materiaalsoorten
                 zie folder “Inleiding contactlenzen

2. RGP- contactlenzen (Rigid Gas-Permeable lens)
2a. Wat is een RPG lens
De RPG lens is een “vormstabiele contactlens”, in de volksmond een “harde lens” of “vormvaste lens”  genoemd. Voorheen werden vormstabiele lenzen van het niet-zuurstofdoorlatende materiaal PMMA gemaakt. Lenzen gemaakt van PMMA-materiaal laten geen zuurstof door naar het oog. Hierdoor kan het hoornvlies vervormen en snel verouderen. Van de harde lenzen, worden tegenwoordig alleen nog maar zuurstofdoorlatende lenzen aangemeten. Dit worden ook vormstabiele lenzen of RGP lenzen genoemd. In Amerika wees onderzoek uit (2014) dat 6.5% van de contactlensdragers RGP-lenzen hebben en dat de rest zachte contactlenzen draagt [ref in Ophth 2016; 1435].

Door ontwikkelingen in de materialen waaruit de contactlens bestaat en de verbeteringen in het design van de lenzen is het woord harde lens veranderd in vormstabiele lens. Aanmeting van vormstabiele lenzen vraagt meer kennis en vaardigheid dan het aanmeten van een zachte lens. Deze vormstabiele lens moet goed aangepast zijn aan de bolling van de voorkant van het oog (het hoornvlies). Daarom zal een aanmeting van vormstabiele lenzen ook meer tijd in beslag nemen.

 Bij vormstabiele lenzen moet u rekening houden met een langere gewenningsperiode dan een zachte lens; het duurt een aantal weken voordat de lens comfortabel op het oog voelt. In het begin voelt de cliënt de lenzen op het oog bewegen, maar op een gegeven moment verbetert het draagcomfort aanzienlijk. Wel blijft men bij het dragen van de vormstabiele lenzen het goed voelen als er een vuiltje onder zit.

2b. Duur
De gemiddelde vormstabiele lens gaat over het algemeen ongeveer 2-4 jaar mee. Bij zeer hoog zuurstofdoorlatende materialen is de vervangingstermijn korter. De lenzen moeten vervangen worden omdat ze dan vaak bekrast zijn, minder goed bevochtigen en/of minder comfortabel gaan zitten. Uiteraard kan het ook zijn dat de lenssterkte moet worden aangepast.

2c. Sterkten
In principe kunnen alle sterkte-afwijkingen met een vormstabiele lens gecorrigeerd worden. Een vormstabiele lens zal in bijna alle gevallen en beter zicht geven dan een zachte lens. Ook onregelmatige hoornvliezen kunnen goed met een vormstabiele lens gecorrigeerd worden. Het is de eerste keus bij onregelmatige hoornvliezen. De kans op ontstekingen is bij vormstabiele lenzen kleiner dan bij zachte lenzen.

Vormstabiele lenzen hebben een breed toepassingsgebied voor afwijkende oogvormen en sterkten. Binnen de mogelijkheden vallen sterktes van +20.0 dioptrie tot –20.0 dioptrie, correctie van cilindersterkte en lenzen met een leesgedeelte (zie speciale lenzen). Als regel geeft een vormstabiele lens uitstekende gezichtsscherpte. Dit komt doordat de ruimte tussen de lens en het oog opgevuld wordt met traanvocht. Hierdoor worden kleine oneffenheden gecorrigeerd.

2d. De diameter van de lens
Vroeger waren vormstabiele lenzen alleen met een kleine diameter (< 10 mm) beschikbaar, daar is de laatste jaren verandering in gekomen. Door de vooruitgang in technieken om vormstabiele lenzen te produceren zijn deze lenzen nu ook beschikbaar in diameters groter dan 10 mm. De lenzen zijn dan even groot als het hoornvlies of zelfs nog groter.

Vormstabiele lenzen die groter zijn dan het hoornvlies worden cornea-scleraal of semi-scleraal lenzen genoemd. Dit omdat ze deels de cornea (hoornvlies) en deels de sclera (oogwit) raken. Naast het voordeel van een scherp zicht zoals bij alle vormstabiele lenzen is het initiële comfort met grotere vormstabiele lenzen beter dan bij kleinere vormstabiele lenzen. Dit komt omdat er minder beweging aanwezig is. Ook heeft de drager geen last van vuiltjes onder de lens omdat het gehele hoornvlies bedekt is.

3. Complicaties bij vormstabiele lenzen
Door de hoge zuurstofdoorlaatbaarheid is het een veilige lens voor het oog. Er zijn ook nadelen verbonden aan het dragen van harde lenzen:

  • Stofjes
    U kunt tijdens het dragen hinder ondervinden van stofjes die tussen de lens en het oog komen.
  • Ontstekingen of infecties
    Deze komen minder vaak voor bij vormstabiele lenzen. De kans hierop is zelfs vier maal kleiner dan bij zachte lenzen (zie folder slijmvliesontsteking of hoornvliesontsteking).
  • Corneal warpage
    Dit is een ongewenste vervorming van het hoornvlies dat lijkt op die van een keratoconus, vandaar ook wel de naam “pseudokeratoconus”. Meestal ontstaat dit door onjuist aangemeten lenzen. Het is geeft een lens-geinduceerd onregelmatig astigmatisme (toename of afname), een verlies van radiaire symmetrie en omkering van de normale afvlakking van de cornea-contour. het leidt tot een verminderd zicht als de contactlens wordt uitgedaan. Deze vervorming zal zich herstellen wanneer de lenzen niet meer gedragen worden. Als corneal warpage is ontstaan zal de contactlensspecialist adviseren om een periode de vorsmtabiele lenzen uit te laten alvorens de lenzen opnieuw aan te meten. Deze periode kan enkele weken tot maanden duren. Ter overbrugging is het dan nodig om een bril of eventueel zachte lenzen te dragen. Door herhaaldelijk het hoornvlies op te meten kan worden bepaald wanneer het hoornvlies weer zijn natuurlijk vorm heeft aangenomen en de lenzen opnieuw aangemeten kunnen worden.
    Bij een warpage is er sprake van een topografische steilere cornea onderin (inferior), hetgeen geassocieerd is met een verdikking van het epitheel. Bij een keratoconus is de steilere cornea onderin gerelateerd aan een conus-vormige structuur van de cornea, waarbij het epitheel dunner is in het gebied van de conus.
  • Ptosis (laagstand van het onderooglid)
    Door beweging van de vormstabiele lens ontstaat mechanische stress hetgeen kan leiden tot een schade van de spier die het ooglid omhoog trekt. De verzakking kan ook ontstaan door manipulatie van het ooglid bij het uithalen van de lens. Zie folder over ptosis .
  • Vertroebeling en vorming van nieuwe bloedvaatjes in het hoornvlies
    vascularisatie in de epitheel laag. Door langdurig schuren van de contactlens langs de cornea kan verlittekening van de cornea ontstaan. Dit kan voorkomen worden door de  kromming van de lens aan te passen of overstappen naar zachte lenzen. Bij chronisch zuurstoftekort kunnen fijne nieuwe bloedvaatjes gaan groeien vanuit het slijmvlies (conjunctiva) naar het hoornvlies.

4. De eigenschappen van een vormstabiele lens

  • Gemakkelijk in onderhoud.  Vormstabiele lenzen zijn gemakkelijk in het onderhoud. Gemiddeld gaat een vormstabiele lens 2-4 jaar mee. Door de lange levensduur zijn deze lenzen goedkoper op lange termijn.
  • Langere gewenning
  • Stofgevoeligheid
  • Lagere kosten op langer termijn
  • Zeer breed toepassingsgebied voor afwijkende oogvormen en sterkten
  • Kans op infectie of ontsteking vier maal kleiner dan bij een zachte lens

Een voorbeeld van een RGP-lens die snel droogvalt :

5. Wanneer contactlenzen bij kinderen?
Deze tekst staat in de folder “Inleiding” →  lees verder
De RGP-lenzen zorgen ervoor dat de bijziendheid minder wordt door afvlakking van het hoornvlies. Dit heet een ortho-K effect (vergelijkbaar met nachtlenzen). Echter zodra de RGP-lenzen definitief uitgelaten worden, of worden vervangen door zachte lenzen, dan wordt dit gunstige effect van RGP-lenzen weer teniet gedaan en neemt de bijziendheid weer toe (soort inhaalslag). Deze ex-RGP-dragers komen dan uiteindelijk toch weer uit op een vergelijkbare bijziendheid als de kinderen die een bril of zachte lenzen hebben gedragen. Bij een toenemende bijziendheid wordt meestal het oog langer en dit groeiproces is niet te beïnvloeden met RGP-lenzen  Kortom, het lijkt erop dat vormstabiele lenzen de bijziendheid (myopie) bij kinderen wel enigszins kan tegengaan of afremmen, maar dat het effect niet blijvend is (zie folder bijziendheid).

De sterkte van de contactlens verandert een lange tijd niet bij opgroeiende kinderen (in tegenstelling tot kinderen die zachte lenzen of een bril dragen). De bijziendheid neemt weliswaar wel vaak toe, maar de lenssterkte verandert daarentegen een langere periode niet of minder (het oog verandert wel, dus de bijziendheid neemt wel toe, maar de toenemende negatieve traanfilm achter de lens met dezelfde passing neemt ook toe waardoor de lenssterkte niet hoeft te veranderen). Vormstabiele lenzen gaan dus, ook bij kinderen, over het algemeen lang mee zonder dat de lenssterkte veranderd behoeft te worden.

Aan de andere kant is de drempel voor het dragen van vormstabiele contactlenzen bij kinderen wel hoger. De gewenning speelt daarbij een belangrijke rol. Vormstabiele lenzen worden na de gewenningsperiode niet gevoeld, maar er blijft altijd wel een zekere stofgevoeligheid.

6. Trauma en irregulaire cornea
Bij een onregelmatige  cornea, al dan niet als gevolg van een trauma of ontsteking, is de optiek vaak verstoord. Met een zachte lens is dan in veel gevallen geen visus verbetering te behalen. Met een vormstabiele lens is de visus wel te verbeteren maar door de irregulariteit is de lens lastig passend te maken met comfort klachten als gevolg. Met een scleralens is op een comfortabele manier de visus te verbeteren.

 

7. Animatiefilm (Engels)

error: Niets van deze website mag worden gekopieerd
Scroll naar boven