Asteroide hyalopathie (witte vlokken in glasvocht), Amyloidose, Cholesterolosis
Inhoudsopgave
- Inleiding: het netvlies en het glasvocht
- Asteroide hyalopathie (asteroïde hyalosis: witte vlokken in het glasvocht)
- Cholesterolosis
- Amyloidose
1. Inleiding: het netvlies en glasvocht
Het netvlies vormt de binnenbekleding van het oog. Het beeld van de buitenwereld wordt door het netvlies opgevangen en langs de oogzenuw naar de hersenen doorgegeven.
In het centrum van het netvlies ligt de zogenaamde gele vlek (macula). Hiermee kunnen fijne details worden waargenomen, zoals nodig is bij lezen of televisie kijken. De rest van het netvlies zorgt voor het gezichtsveld en geeft ons een breed, maar minder scherp beeld van de ruimte om ons heen. Het glasvocht is een soort gelei die het grootste deel van het oog opvult. Dit bevindt zich achter de ooglens. Bij jonge mensen ligt het glasvocht tegen het netvlies aan. Voor uitgebreide informatie
- folder over het glasvocht en netvlies → bouw en functie netvlies/glasvocht
- zie de algemene folder → Glasvocht: troebelingen, vlekken, lichtflitsen, spinnetjes
2. Asteroïde hyalopathie (asteroïde hyalosis: witte vlokjes in het glasvocht)
Deze tekst is een aanvulling op de hoofdfolder “vlekken, troebelingen” waarin de veelvoorkomende troebelingen worden beschreven (stipjes, puntjes, sliertjes, draadjes ed).
In het glasvocht komen soms creme-witachtige troebelingen voor, asteroide hyalopathie genoemd. Deze troebelingen zijn neerslagen van calcium en vetten in het glasvocht (calcium-bevattende fosfolipiden). Deze troebelingen kunnen diffuus of in de vorm van een ketting voorkomen. De oorzaak is niet duidelijk, mogelijk dat er lekkage plaatsvindt van moleculen vanuit het netvlies die zich opstapelen in het glasvocht. De troebelingen zijn meestal gelijkmatig verspreid in de glasvochtruimte.
Asteroide hyalopathie komt bij ongeveer 0.5 tot 2% van de mensen voor (prevalentie) en is meestal éénzijdig (in 75% van de gevallen).
Een tekening en een foto van asteroide hyalopathie:
Associaties
Asteroïde hyalopathie (AH) komt vaker voor bij:
- een toenemende leeftijd (meestal is de leeftijd > 50 jaar)
- hypercholesterolemie (vetbestanddelen in het bloed)
- hypertensie (hoge bloeddruk)
- diabetes
- en mogelijk: hypermetropie (verziendheid), toegenomen calcium in het bloed (wisselt per studie) en diabetes (wisselt per studie). In de vroegere studies werd vaak een associatie gevonden tussen diabetes en AH. Echter de recentere grotere bevolkingsstudies kunnen dit verband niet aantonen. Het kan zijn dat AH vaker voorkomt bij niet goed ingestelde diabetespatiënten.
Afbeeldingen:
1) een vooraanzicht van het oog met witte vlokjes achter de ooglens,
2) een blik in de ooggelei waarbij het netvlies met bloedvaten doorschemert, 3) een OCT scan met een dwarsdoorsnede door het oog met witte vlokjes
Behandeling
Meestal heeft AH geen of weinig effect op het gezichtsvermogen en is een behandeling niet nodig. Soms zijn de troebelingen echter zo storend dat een glasvochtoperatie overwogen kan worden (zie folder glasvocht operatie).
3. Cholesterolosis
Dit zijn geel-witte, goudkleurige of meerkleurige cholesterolkristallen in het glasvocht en in de voorste oogkamer. Deze troebelingen worden vrijwel alleen waargenomen in traumatische ogen met een glasvochtbloeding, bijv. na een ongeval of na een oogoperatie. Deze aandoening wordt ook wel synchysis scintillans of hemophthalmos genoemd. De troebelingen zijn meestal niet gelijkmatig verspreid in de glasvochtruimte (zoals bij een asteroide hyalosis). Dit komt omdat de ooggelei vaak is losgelaten van het netvlies (een achterste glasvochtloslating).
Deze naam wordt vaak verward met de veel vaker voorkomende aandoening “asteroide hyalosis“.
4. Amyloidose
Dit is een familiare aandoening (autosomaal dominant) waarbij het stofje Amyloide TransThyetine (ATT) zich opstapelt in diverse organen, zoals in perifere zenuwen, in het hart, in de nieren en in het oog. Bij de aandoening heeft een aminozuursubstitutie plaatsgevonden van methionine in valine in een transporteiwit. De productie van amyloid vindt plaats in de lever. In geringe mate vindt locale productie plaats in het oog (door RPE cellen van het netvlies en in het choroidale complex).
Amyloid is geassocieerd met collageenfibrillen in het glasvocht. Dit kan leiden tot klachten van glasvochttroebelingen op een leeftijd tussen de 40-60 jaar.
De oogafwijkingen kunnen bestaan uit: epiretinale deposities, pseudopoden retrolentaal (troebelingen achter de ooglens), glasvochttroebelingen. De klachten kunnen bestaan uit een vermindering van de gezichtsscherpte en het zien van troebelingen.
-foto links: troebelingen achter de ooglens (in voorste glasvochtmembraan)
-foto rechts: troebelingen op het netvlies
De complicaties die kunnen voorkomen zijn: secundair glaucoom (20%), pupilafwijkingen, glasvochttroebelingen en keratoconjunctivitis sicca (droog oog)
De behandeling bestaat uit een levertransplantatie waardoor de productie van amyloid niet meer plaatsvindt (dit voorkomt de aanmaak van amyloid-TTR). Voor de glasvochttroebelingen kan een vitrectomie (glasvochtoperatie) plaatsvinden (zie folder vitrectomie). Hierbij is het noodzakelijk om al het glasvocht te verwijderen (shave, retrolentaal) om een recidief te voorkomen (de kans op een heroperatie is 25-70% als het glasvocht niet compleet is verwijderd).
De gezichtsscherpte bedroeg in een bepaalde studie ≥ 0.50 in 50% van de gevallen, tussen de 0.2-0.4 bij 30% van de gevallen en <0.20 bij 20% van de gevallen [Doft 1987, Belrao 2011].