Glasvocht bloeding (bloed in oogvocht)

Glasvocht bloeding (bloed in oogvocht)

Inhoudsopgave Glasvochtbloeding:

  1. Het glasvocht
  2. Wat is een glasvochtbloeding
  3. Oorzaken glasvochtbloedingen
    1. suikerziekte
    2. achterste glasvochtloslating met of zonder een netvliesscheur
    3. netvliesloslating (ablatio retinae)
    4. overige afwijkingen
    5. vaatafsluitingen
  4. Behandeling van een glasvochtbloeding
  5. Prognose/ verwachting
  6. Bloedingen onder het netvlies in de gele vlek
  7. Animatiefilm

1. Het glasvocht
Het glasvocht (het glasachtig lichaam) is een gelei die het grootste gedeelte van het oog opvult en zich bevindt achter de ooglens. Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies. Het netvlies (de retina) is het binnenste laagje van het oog en registreert de beelden.

Wanneer er troebelingen in het gezichtsveld zitten, kunnen deze worden waargenomen. Niet altijd vallen deze troebelingen in het glasvocht op. De troebelingen werpen een schaduw op het netvlies, die in allerlei vormen kan worden waargenomen: puntjes, cirkels, slierten, spinnewebben etc. De troebelingen bewegen mee met de oogbewegingen en bewegen vaak nog na als het oog stil staat. Tegen een lichte (witte) achtergrond zijn de vlekjes vaak duidelijker. Deze troebelingen worden mouches volantes genoemd (zie website www.oogartsen.nl bij troebelingen/ vlekken / flitsen).

2. Wat is een glasvochtbloeding
Bij een glasvochtbloeding loopt er bloed in het glasvocht waardoor het zicht (de visus) snel kan verminderen (een acute visusdaling). Doordat er bloed in het oog zit, kan de patiënt niet goed naar buiten kijken en de oogarts kan, omgekeerd, niet goed meer in het oog kijken. Het normale oogonderzoek is dus niet meer mogelijk.

Alle structuren achter het bloed in het glasvochtruimte, zoals het netvlies, het vaatvlies en de oogzenuw, kunnen niet meer in detail beoordeeld worden. Om toch enige indruk te krijgen van deze structuren, wordt een echo (B-scan) verricht (zie website folder elders).

Afbeelding: een voorbeeld van bloed in oog, een glasvochtbloeding (de oogzenuw en bloedvaten schemeren door):
 subhyaloidale bloeding (oogbloeding)

Localisatie
De oogbloeding in het oog kan op diverse plaatsen zitten, bijvoorbeeld:

  • Intragel glasvochtbloeding. Indien het bloed in de gelei zelf zit (voorin de glasvochtruimte), wordt gesproken van een intragel bloeding.
  • Retrogel glasvochtbloeding of subhyaloidale bloeding. Indien het bloed achterin de glasvochtruimte zit (achter de achterste glasvochtmembraan), wordt gesproken van een retrogel bloeding.

– links: een echo van bloed in het oog, achterin de glasvochtruimte (retrogel bloeding)
– rechts: idem
B scan / echo van het oog bij een bloeding B scan / echo van het oog bij een bloeding bloeding in ooggelei, glasvocht

OCT scan (netvliesscan) bij de gele vlek (bloed in oog)
retrogel bloeding (oog bloeding)

3. Oorzaken van een glasvochtbloeding
Er zijn vele oorzaken van een glasvochtbloeding mogelijk. Meestal wordt de oorzaak pas gevonden als de bloeding opgehelderd is of als het bloed operatief verwijderd is. De aandoeningen die hebben geleid tot een glasvochtbloeding worden elders uitvoerig besproken (zie bijbehorende folders en op de website). Soms wordt er helemaal geen oorzaak gevonden. Bij volwassenen zijn de meest voorkomende oorzaken van bloedingen (de geschatte frequentie staat tussen haakjes vermeld):

3a. Suikerziekte (40-50%)
Indien het netvlies te weinig zuurstof of bloed krijgt, ontstaan er nieuwe bloedvaatjes (neovascularisaties genoemd). Deze nieuwe bloedvaatjes ontstaan niet in het netvlies zelf maar groeien tussen het netvlies en het glasvocht in. Deze nieuwe bloedvaatjes zijn erg broos en slecht van kwaliteit en kunnen gemakkelijk bloedingen in het netvlies en glasvocht veroorzaken. Dit stadium van suikerziekte wordt “proliferatieve diabetische retinopathie” genoemd (→ zie folder diabetes). Meestal is de patiënt bij de oogarts al bekend met suikerziekte waardoor de diagnose kan worden vermoed. Ongeveer 40-50% van de glasvochtbloedingen zijn het gevolg van suikerziekte. De zwakke bloedvaten kunnen zich bevinden op de oogzenuwkop (NVD genoemd), op het netvlies (NVE) of op de iris (rubeosis)

3b. Achterste glasvochtloslating met of zonder een netvliesscheur (25-40%)
Aanvankelijk zit het glasvocht vast aan het netvlies, maar met het ouder worden, verandert de samenstelling van het glasvocht. Het glasvocht krimpt iets, trekt zich geleidelijk terug van het netvlies en laat op een gegeven moment los van het netvlies. Dit heet een achterste glasvochtloslating. Dit gebeurt meestal vrij acuut en de meeste mensen zien dan troebelingen in het beeld drijven (spinnenweb, stipjes, sliertjes, vlekken) en soms zien ze lichtflitsen.

   netlviesdefect licentie

Soms knapt er bij een achterste glasvochtloslating een bloedvat en stroomt de glasvochtruimte vol met bloed. Bij een achterste glasvochtloslating kan ook een netvliesscheur ontstaan. Wanneer er dan een bloedvat over zo’n netvliesscheur heen loopt, kan deze gaan bloeden. Indien een glasvochtbloeding aanwezig is bij presentatie, dan blijkt in 67% minstens 1 netvliesscheur aanwezig te zijn, meestal in het bovenste deel van het netvlies gelegen. Voor meer informatie, zie folder vlekken, troebelingen, flitsen.

3c. Netvliesloslating (ablatio retinae) (5-10%)
Wanneer er eenmaal een netvliesscheur ontstaan is, kan er vloeistof uit de glasvochtruimte door de netvliesscheur onder het netvlies komen. Dit heet een netvliesloslating (zie folder ablatio retinae). De bloeding kan ontstaan zijn tijdens de achterste glasvochtloslating, tijdens het ontstaan van de scheur of bij de netvliesloslating. Bij ongeveer 5-10% van de patiënten met een glasvochtbloeding blijkt er sprake te zijn van een netvliesloslating.

Afbeelding: netvliesloslating

3d. Vaatafsluitingen (5-10%)
Na een afsluiting (trombose) van een bloedvat van het netvlies krijgt het netvlies te weinig bloed of zuurstof (zie folder bloedvat afsluiting). Het netvlies kan dan, net zoals bij suikerziekte, nieuwe bloedvaatjes gaan aanmaken. Deze  nieuwe bloedvaatjes, neovascularisaties genoemd, zijn van slechte kwaliteit en kunnen gaan bloeden. Soms is laserbehandeling noodzakelijk om de nieuwe bloedvaatjes te  behandelen of om juist te voorkómen dat deze bloedvaatjes ontstaan. Indien dit niet afdoende behandeld wordt, kan een glasvochtbloeding ontstaan.

3e. Overige afwijkingen (5%)
Er zijn ook zeldzamere oogziekten waarbij bloedvatnieuwvorming (neovascularisaties) optreedt. Bij de natte vorm van netvliesslijtage (exsudatieve maculadegeneratie AMD) kan ook een bloeding ontstaan in het netvlies zelf of in de glasvochtruimte. Ook kunnen ongevallen (bal tegen oog etc) een bloeding veroorzaken (zie folder oogletsels).

Bij kinderen kan ook een glasvochtbloeding voorkomen. De meest voorkomende oorzaken van een bloeding zijn: een trauma (shaken baby syndroom), congenitale retinoschisis en een inwendige oogontsteking (uveitis, pars planitis).

4. Behandeling
Een glasvochtbloeding hoeft niet altijd te worden behandeld.  Dit is van meerdere factoren afhankelijk, o.a. de plaats van de bloeding in het glasvocht (vóór of achterin de glasvochtruimte), de eventuele aanwezigheid van een netvliesloslating, de oorzaak van de bloeding en de eventuele aanwezigheid van een kunstlens.

Als met de echo (B-scan) of het oogonderzoek blijkt dat het netvlies niet is losgelaten, kan men enkele weken afwachten of de bloeding vanzelf oplost. Indien er verdenking bestaat op een netvliesscheur of netvliesloslating is vroegtijdig ingrijpen d.m.v. een operatie meestal noodzakelijk.
De operatie waarbij het bloed in de glasvochtruimte operatief wordt verwijderd, heet een vitrectomie (= ‘het verwijderen van glasvocht’).
Het glasvocht en het bloed worden verwijderd met een speciaal zuig/knip instrumentje. Tijdens de operatie kan men ook bekijken wat de oorzaak is geweest van de glasvochtbloeding. Het oog wordt weer opgevuld met water, een gasmengsel of olie. Soms wordt tijdens deze operatie ook de ooglens verwijderd. Uitgebreide informatie over de vitrectomie (o.a. bij een glasvochtbloeding) wordt beschreven op deze website.

5. Prognose/ verwachting
Na een vitrectomie wordt het beeld vaak helderder. De uiteindelijke gezichtscherpte is met name afhankelijk van de onderliggend oogziekte.

6. Bloedingen onder het netvlies in de gele vlek
Soms ontstaat, bijv bij maculadegeneratie, een grote bloeding onder het netvlies. Hierdoor wordt het zien acuut minder. Zo’n bloeding is schadelijk voor het netvlies. Bij een verse bloeding kan met een injectie met een speciaal medicament overwegen → zie folder elders.

Injectie met gas en tPA.
Bij bepaalde verse bloedingen onder het centrale deel van netvlies kan overwogen worden om gas met tPA te injecteren. De tPA lost het bloed beter op en de gasbel moet dit bloed uit het centrum masseren. Dit wordt op beperkte schaal toegepast
zie folder ooginjectie TPA.

7. Animatie (Engels): procedure van injecties

 

 

error: Niets van deze website mag worden gekopieerd
Scroll naar boven