Glasvochtoperatie, Netvliesoperatie (vitrectomie, PPV)

Glasvochtoperatie, Netvliesoperatie (vitrectomie, PPV)

Inhoudsopgave glasvochtoperatie / netvliesoperatie:

  1. Inleiding: wat is het glasvocht / netvlies?
  2. Wanneer is een glasvochtoperatie of netvliesoperatie (vitrectomie) nodig?
  3. Hoe wordt een vitrectomie verricht?
  4. Operaties bij glasvocht aandoeningen (glasvochtoperatie)
  5. Operaties bij netvlies aandoeningen
  6. Aanvullende procedure: een staaroperatie
  7. De verdoving
  8. De nazorg
  9. Resultaten
  10. Complicaties
  11. Animatiefilm

1. Inleiding: wat is het glasvocht / netvlies?
Onderaan de folder vindt u een animatiefilm (Engels) om eea te verduidelijken. Om de aandoening “glasvochtoperatie of netvliesoperatie” beter te kunnen begrijpen, wordt eerst de opbouw van het oog/netvlies besproken. Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is een gelei die het grootste deel van het oog opvult; het bevindt zich achter de ooglens. Het glasvocht bestaat uit water en doorzichtige slierten (collageenvezels). Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies. Het netvlies geeft het opgevangen beeld via de oogzenuw door naar de hersenen. Het netvlies (retina) is de binnenbekleding van het oog. Voor uitgebreide informatie, zie folder bouw en functie netvlies/glasvocht.

In het centrum van het netvlies ligt de zogenaamde gele vlek (macula). Hiermee kunnen fijne details worden waargenomen, zoals nodig is bij lezen of televisie kijken. De rest van het netvlies zorgt voor het gezichtsveld en geeft ons wat grovere informatie over de ruimte om ons heen (waar onze blik niet bewust op gericht is).

2. Wanneer is een vitrectomie nodig?
Een vitrectomie is een oogheelkundige operatie, die wordt uitgevoerd ter behandeling van glasvocht- en/of netvliesaandoeningen (afkorting PPV of TPPV). Voorbeelden zijn een netvliesloslating, een glasvochtbloeding of een aandoening van de gele vlek van het netvlies. Bij een glasvochtoperatie wordt in eerste instantie het glasvocht verwijderd, waarna eventueel verder aan het netvlies wordt geopereerd. De naam vitrectomie is opgebouwd uit “vitr” (vitr: afkomstig van corpus vitreum ofwel het glasvocht) en “ectomie” (dit betekent verwijderen). Er zijn meerdere oogaandoeningen waarvoor een vitrectomie nodig is. Deze aandoeningen worden uitvoerig besproken in de desbetreffende folders op oogartsen.nl. In deze folder wordt alléén de operatie zelf beschreven, dus niet de diverse aandoeningen zelf.

De verschillende aandoeningen waarbij een vitrectomie verricht kan worden, zijn:

3. Hoe wordt een vitrectomie (PPV) verricht?
Bij een glasvochtoperatie en/of een netvliesoperatie (vitrectomie) worden drie kleine openingen in de harde oogrok (het oogwit) gemaakt, ongeveer 3-4 mm achter het hoornvlies (tussen de lens en de equator). De openingen zijn nodig voor het inbrengen van een infuusje, een lichtkabeltje en een vitrectoom. Bij de nieuwe techniek worden kleine buisjes (trocars genoemd) in het oog geplaatst om toegang te verschaffen tot het oog. Een vitrectoom is een soort zuig/knip machientje dat het glasvocht verwijderd uit het oog. Tegelijkertijd wordt het oog weer, via een infuusje, opgevuld met infuusvloeistof.

De operatie kan bestaan uit meerdere stappen:
a) het verwijderen van het glasvocht (dit wordt altijd als eerste verricht)
b) het opereren aan het netvlies

ad a.  Het verwijderen van het glasvocht
Bij de operatie wordt zoveel mogelijk glasvocht verwijderd met een speciaal zuig/knip-machientje, de vitrectoom genoemd. Het glasvocht wordt tijdens de operatie vervangen door een speciale vloeistof (soort water) of gas. Dit wordt na de operatie geleidelijk, door het oog zelf, vervangen door eigen oogwater. Het oog maakt geen glasvocht meer aan.

ad b.  De netvlies operatie
Na het verwijderen van het glasvocht wordt, afhankelijk van de oogaandoening, aan het netvlies geopereerd. Er kunnen aanvullende ingrepen nodig zijn. Een uitvoerige beschrijving van de verschillende netvliesaandoeningen vindt u elders op deze website. Bij een netvliesaandoening kan het glasvocht redelijk helder zijn (bijv. bij een macula-gat of macula-pucker). Toch wordt ook dan het normale glasvocht verwijderd zodat hierna aan het netvlies geopereerd kan worden. De operaties van deze netvliesaandoeningen worden hierna uitgelegd. Na de netvliesoperatie wordt het glasvocht tijdens de operatie vervangen door een speciale vloeistof, lucht of een gasmengsel. Na de operatie vervangt het oog dit geleidelijk aan door eigen (kamer)water. Dit is afhankelijk van de oogziekte.

4. Operaties bij glasvocht aandoeningen
Bij bepaalde glasvochtaandoeningen is het glasvocht niet helder meer waardoor het zien beperkt kan zijn. Oogziekten waarbij alléén het glasvocht wordt verwijderd, zonder dat een netvliesoperatie verder nodig is, zijn bijvoorbeeld:

  • Glasvocht troebelingen (mouches volantes): in de loop der tijd kan het glasvocht troebel worden. Indien troebelingen in het glasvocht als storend worden ervaren, kunnen deze troebelingen worden verwijderd. Meestal wordt water in het oog achtergelaten, soms is gas nodig. Er is een specifieke folder over glasvochttroebelingen op de site aanwezig → zie folder vlekken-flitsen-troebelingen. Een speciale vorm van glasvochttroebelingen is de asteroïde hyalopathie (dit zijn glinsterende witte vlokjes in het glasvocht → voor meer info, zie folder asteroïde hyalopathie).
  • Glasvocht bloeding: dit is een bloeding in het glasvocht. Dit kan worden veroorzaakt door suikerziekte, maculadegeneratie, een glasvochtloslating, een netvliesloslating of een bloedvatafwijkingen (zie website voor meer informatie over glasvochtbloedingen).
  • Lensresten na een gecompliceerde staaroperatie
    Tijdens een staaroperatie kan het lenskapsel scheuren. Dit kan tot gevolg hebben dat een deel van de eigen ooglens (nucleus resten) in het glasvocht terecht komt. Dit heet een “dropped nucleus“. Deze lensresten moeten dan tijdens een 2e operatie, door middel van een vitrectomie, verwijderd worden. Het oog wordt tijdens de vitrectomie gevuld met water, er is geen houdingsadvies nodig na de operatie (→ zie folder complicaties bij staaroperatie).
  • Verplaatste kunstlens (dropped IOL of lensdecentratie)
    Bij patienten die een staaroperatie hebben ondergaan, kan de kunstlens in de loop der jaren los gaan komen en in de glasvochtruimte vallen. Dit wordt een “dropped IOL of gedecentreerde kunstlens” genoemd (IOL = intraoculaire lens, kunstlens). Deze kunstlens wordt dan verwijderd d.m.v. een vitrectomie en wordt een andere kunstlens teruggeplaatst (zie folder complicatie na staaroperatie ) .

5. Operaties bij netvliesaandoeningen
Vraag uw oogarts voor welke aandoening u geopereerd wordt. U kunt vervolgens de tekst selecteren die van toepassing is. Bij de volgende aandoeningen wordt een vitrectomie verricht:

5a)  Netvliesloslating (ablatio retinae)
Een netvliesloslating kan uitwendig of inwendig worden geopereerd. Bij een uitwendige procedure wordt aan de buitenkant van het oog geopereerd. Op de website wordt het in de folder “netvliesloslating” besproken. Bij een inwendige procedure wordt in het oog zelf geopereerd: een inwendige glasvochtoperatie (vitrectomie). Vaak wordt een netvliesloslating verholpen d.m.v. een vitrectomie. Bij een netvliesloslating kan het glasvocht namelijk erg vertroebeld zijn en aan het netvlies blijven trekken, waardoor dit alleen met een uitwendige operatie niet te verhelpen is. Ook bij patiënten die een staaroperatie hebben ondergaan, wordt in principe voor een vitrectomie gekozen.

  

Eerst wordt het glasvocht verwijderd. Vervolgens wordt het netvlies op zijn plaats teruggelegd met behulp van een zware vloeistof (zwaar water). Daarna worden de scheuren in het netvlies behandeld met laser. Het oog wordt aan het eind meestal gevuld met lucht of een gasmengsel (‘gasbel’). Het gas wordt gebruikt om het netvlies op zijn plaats te houden. De gasbel zal zich in het oog naar het hoogste punt verplaatsen. Om de gasbel na de operatie op de juiste plaats tegen het netvlies te laten drukken, zal de oogarts voor enige tijd een voorkeurshouding van uw hoofd met u afspreken. Illustraties van de verschillende houdingen worden in de folder over netvliesloslating getoond.
Na de operatie vervangt het oog zelf het gas door eigen oogwater. Afhankelijk van het type gas kan het 2 tot 8 weken duren voordat de gasbel volledig verdwenen is. Na de operatie is de gasbel zichtbaar. Zolang er een grote gasbel in het oog zit, kunt u weinig zien met het geopereerde oog. Na verloop van tijd merkt u dat u over de gasbel heen kunt kijken en de bel langzaam uit het oog verdwijnt (men ziet een soort waterspiegel, alsof je door een aquarium kijkt). U mag niet vliegen als er gas in het oog zit.
Bij ernstige netvliesloslatingen wordt het oog niet gevuld met gas maar met siliconenolie, hetgeen het  netvlies langdurig op zijn plaats drukt. Deze olie moet enkele maanden later weer operatief verwijderd worden. De olie wordt dan tijdens de heroperatie vervangen door water.
In een enkel geval wordt eerst een kunststof bandje (cerclage) rond het oog aangebracht om het netvlies extra steun te geven. Dit bandje is van buitenaf niet zichtbaar en hoeft niet verwijderd te worden. Hierna wordt het glasvocht verwijderd.
Er bestaan 3 soorten netvliesloslatingen waarvoor een operatie nodig is (m.u.v. een exsudatieve loslating):

5b)  Macula pucker (plooivorming in de gele vlek door littekenweefsel)
Bij een macula pucker bevindt zich littekenweefsel (vliesje) in het centrum (macula) van het netvlies (→ zie folder macula pucker).

Na het verwijderen van het glasvocht wordt het littekenweefsel van de macula verwijderd met een fijn microchirurgisch pincetje. Het glasvocht wordt tijdens de operatie vervangen door speciaal water. Dit wordt na de operatie snel vervangen door vocht dat het oog zelf aanmaakt. Na deze operatie is het in principe niet nodig om een bepaalde houding aan te nemen. Vaak wordt water of lucht achtergelaten
   

5c)  Maculagat
Een macula-gat is een gaatje in de gele vlek (macula). De aandoening wordt elders op de site beschreven (zie folder maculagat).

Na het verwijderen van het grootste deel van het glasvocht wordt het achterste deel van het glasvocht, dat tegen de macula aankleeft, verwijderd. Uiteindelijk wordt ook het meest oppervlakkige laagje van het netvlies rondom het macula-gat verwijderd. Deze binnenste laag van het netvlies heet de membrana limitans interna (ILM). Dit laagje wordt verwijderd om de laatste trekkrachten op de randen van het maculagat weg te nemen. Het glasvocht wordt vervangen door een speciaal gasmengsel om van binnenuit het maculagat te sluiten en op zijn onderlaag aan te drukken. Na de operatie is deze gasbel voor u zichtbaar. Zolang er een grote gasbel in het oog zit, kunt u weinig zien met het geopereerde oog. Na verloop van tijd merkt u dat u over de gasbel heen kunt kijken en de bel langzaam uit het oog verdwijnt.

     leeshouding

Bij gebruik van gas is het meestal nodig dat u na de operatie gedurende een aantal dagen een bepaalde houding aanneemt, de zogenaamde treurhouding, zodat de gasbel tegen het maculagat duwt. Een treurhouding is niet altijd nodig. Bij patiënten die na de operatie niet goed de treurhouding kunnen aannemen, kan er gekozen worden voor het opvullen van het oog met een ander gasmengsel. Hierdoor is het mogelijk om een leeshouding of een soms een rechtop-houding (een normale houding zonder beperkingen) aan te nemen.
maculagat, treur-, lees- en liggende houding

De houding wordt vóór de operatie door de oogarts met u besproken. Indien u uw eigen ooglens nog heeft en er nog veel gas in het oog aanwezig is, kunt u beter niet langdurig plat op de rug liggen. De gasbel drukt dan namelijk tegen de ooglens aan waardoor de lens uitdroogt en er eerder staarvorming gaat optreden. Ook mag u niet vliegen als er nog gas in het oog zit. Voor aanvullende informatie, zie folder maculagat.

5d) Lamellair maculagat
Dit is een onvolledig gaatje in het netvlies. Voor meer details, zie folder maculagat en lamellair gat.

5e)  Suikerziekte (diabetische retinopathie)

De netvliesaandoening door suikerziekte wordt diabetische retinopathie (DRP)genoemd (→ zie folder DRP, netvliesafwijkingen). Bij deze aandoening kan een glasvochtbloeding ontstaan. Deze glasvochtbloeding wordt veroorzaakt doordat het netvlies broze bloedvaten heeft gevormd (neovascularisaties genoemd) die snel kunnen gaan bloeden. Na het verwijderen van het glasvocht worden deze slechte bloedvaten, bloedresten en het littekenweefsel verwijderd van het netvlies. Hierna wordt het netvlies met laserstralen (en eventueel een koude-behandeling, cryocoagulatie) behandeld. Het oog wordt meestal opgevuld met speciaal water.

5f)  Glasvochtbloedingen
Glasvochtbloedingen kunnen voorkomen bij verschillende aandoeningen, bijvoorbeeld suikerziekte, achterste glasvochtloslating, netvliesgaatjes en vaatafsluitingen. Afhankelijk van de aandoening wordt het netvlies soms aanvullend behandeld met laserstralen (voor meer informatie, zie folder glasvochtbloedingen).

6. Aanvullende procedure: een staaroperatie
Soms volgt een staaroperatie vóór een vitrectomie. Soms wordt dit tegelijkertijd gedaan. De volgende mogelijkheden kunnen zich voordoen:

  • Een combinatie operatie in dezelfde sessie (staaroperatie + vitrectomie)
    Vaak wordt ervoor gekozen om een staaroperatie en een vitrectomie in één operatie te combineren. Bijvoorbeeld als er al staar aanwezig is, maar soms ook als de lens nog helder is. In eerste instantie wordt de eigen ooglens verwijderd (“staaroperatie”), direct gevolgd door de vitrectomie. In het oog wordt een kunstlens op sterkte ingebracht. Het voordeel van de aanwezigheid van een kunstlens is dat het glasvocht beter verwijderd kan worden en het netvlies aan de randen beter behandeld kan worden. Daarnaast ontstaat na een vitrectomie  in de loop van de tijd meestal staar. Deze gecombineerde ingreep van een staaroperatie en vitrectomie wordt dan van tevoren met u besproken.
  • Eerst een staaroperatie, in 2e instantie een vitrectomie
    Er kunnen omstandigheden aanwezig zijn waarbij naast de staaroperatie een vitrectomie nodig is. De staaroperatie zal eerst plaatsvinden. Indien het oog van deze operatie genezen is, bijv. na circa 3-5 wk, dan volgt de vitrectomie. De methode van de staaroperatie wordt elders beschreven op de website (→ zie folder staaroperatie).
  • Onvoorziene omstandigheden
    Soms zal de oogarts, door onvoorziene omstandigheden, tijdens de operatie moeten besluiten om de lens te verwijderen; de lens kan namelijk tijdens de operatie (vroegtijdig) troebel worden, waardoor het glasvocht en netvlies onvoldoende zichtbaar zijn. Tijdens de operatie wordt bekeken of de ooglens wordt vervangen door een kunstlens. Daarom wordt vóór elke operatie altijd een oogmeting (kunstlenssterkte) verricht. Een oogmeting betekent dus niet per definitie dat de eigen ooglens verwijderd wordt!

7. De verdoving
Afhankelijk van de ernst van de afwijking kan de totale operatie 30-90 min duren, inclusief het steriel klaarzetten van instrumentarium en apparatuur. In de meeste gevallen duurt het minder dan een uur. De oogarts bespreekt met u of er gekozen wordt voor plaatselijke of algehele verdoving (narcose). Bij een plaatselijke verdoving wordt alleen het oog verdoofd. Het oog kan niet meer bewegen en is gevoelloos. Het merendeel van de operaties kan plaatsvinden onder plaatselijke verdoving (zie elders voor de verdovingstechnieken).
Een algehele verdoving (narcose) zal worden aangeraden bij bijv. een lange operatie, bij rugklachten of bij beweeglijke patiënten. Bij narcose wordt u vóór de operatie nagekeken door de anesthesist (pre-operatieve screening). Meestal wordt de operatie verricht in dagbehandeling; u mag dan op dezelfde dag weer naar huis. Bij uitzondering wordt u opgenomen in het ziekenhuis; in dat geval kunt u meestal de volgende dag weer naar huis. Dit wordt van tevoren met u besproken.

8. De nazorg
Het oog wordt na de operatie afgedekt met een verband. De rest van de dag moet u rustig aan doen. Als er gas in het oog is achtergelaten, zal de arts met u bespreken welke houding na de operatie moet worden aangenomen. Deze houding is meestal pas ná de operatie met zekerheid te noemen.

De dag na de operatie wordt u weer gecontroleerd op de polikliniek Oogheelkunde. Op de poli wordt het verband verwijderd en het oog schoongemaakt. Tijdens dit bezoek worden afspraken gemaakt over de verdere behandeling. Meestal blijft u tot enkele weken na de operatie oogdruppels gebruiken (antibiotica, ontstekingsremmers, soms pupilverwijdende oogdruppels). Het kan zijn dat u voorlopig wazig ziet, bijv. doordat de aandoening nog moet genezen, een gasbel het zicht belemmert of door de druppels. Hechtingen zijn meestal niet nodig, de wonden sluiten dan vanzelf. Als er wel hechtingen worden gebruikt, lossen deze vanzelf op. Ze kunnen vooral de eerste week irritatie geven. Soms worden de hechtingen al weer verwijderd op de 1e dag na de operatie (ter voorkoming van irritatie). Het oog blijft enkele weken wat gevoelig, rood en gezwollen en in die tijd zult u fel licht waarschijnlijk slecht kunnen verdragen.

Tijdens de operatie wordt het oog vaak (deels) gevuld met lucht of een speciaal gasmengsel. Hierdoor is het zicht wazig. De gasbel in uw oog spiegelt het meeste licht terug het oog uit. Hierdoor ziet u de eerste dagen tot weken heel weinig. De dagen daarna kunt u de kleiner wordende gasbel gaan zien als een bal of schijf onderin uw beeld, die bibbert en spiegelt. Het lijkt alsof u in een aquarium kijkt met bovenin de waterspiegel (in oog zit het water onderin en het gas bovenin). In de weken na de operatie ziet u de gasbel langzaam naar beneden zakken omdat het gas door het oog wordt vervangen door helder oogvocht. Pas als de lijn onder het midden van het oog komt, en de gele vlek niet meer met gas wordt bedekt, wordt het zicht vaak weer wat beter. Zolang er gas in het oog zit, mag u niet autorijden (als het gas verdwenen is, is het wel/niet mogen autorijden afhankelijk van de oogheelkundige bevindingen; vraag dat na bij uw oogarts).

Instructies na de operatie (overleg dit met uw eigen oogarts!):

  • Indien u een houdingsadvies heeft gekregen, volg die dan op (vóór of na de operatie krijgt u het houdingsadvies te horen).
  • Behoudens het houdingsadvies, is het na de eerste dag van de operatie al geoorloofd om de eenvoudige of standaard bezigheden te hervatten, bijv. bukken, lichte inspanningen, douchen (zonder dat er water in het oog komt), licht huishoudelijk werk, lezen, computeren, wandelen of fietsen.
  • Na één tot enkele weken kunt u de meeste normale bezigheden weer hervatten.
  • Zwemmen en zware krachtsinspanningen (bijv. hardlopen, tennissen, krachtsporten) zijn de eerste maand niet verstandig te doen.
  • Zolang er lucht of gas in het oog zit, is autorijden of vliegen niet toegestaan!
  • Het opstarten van werkzaamheden: stoffige ruimten de eerste maand vermijden, de meeste kantoorwerkzaamheden zijn al direct toegestaan (maar kan beperkt zijn door een laag gezichtsvermogen of door een hinderlijke gasbel).
  • in de meeste gevallen kan een definitieve brilsterkte na 2 maanden worden aangepast.
  • Wanneer een cerclagebandje is aangebracht, wordt na 3 maanden uw brilsterkte aangepast. De brilsterkte zal dan ongeveer 2 eenheden veranderen, omdat uw oog door het cerclagebandje iets van vorm is veranderd.

9. Resultaten
Na de operatie zal het zien in de loop van enkele weken tot maanden geleidelijk verbeteren. Hoe goed de werking van de gele vlek (het scherpe zien) zal worden, hangt af van de oorzaak en ernst van de oogafwijking. Meer informatie over de resultaten vindt u in de folder of op de website bij de specifieke oogaandoeningen. De verwachtingen zullen voor de operatie zo goed mogelijk worden aangegeven. Meestal zal het gezichtsveld zich vrijwel volledig herstellen. Soms is er meer dan één glasvochtoperatie nodig om het gewenste doel te bereiken. Als de ooglens bij de operatie verwijderd is en er geen kunstlens is ingebracht, zal later een contactlens gedragen moeten worden of alsnog, met een extra operatie, een kunstlens in het oog aangebracht moeten worden.

10. Complicaties
Bij elke vitrectomie kan zich een probleem voordoen, gemiddeld in ongeveer 2.5-5% van de gevallen. Meestal is dit  goed oplosbaar:

  • Nabloeding, infectie. Zoals bij iedere operatie kan ook na een vitrectomie een nabloeding of infectie optreden. Bij een bloeding in de glasvochtruimte wordt het hele beeld plotseling wazig (dit wordt vaker gezien bij diabetespatiënten). Een bloeding verdwijnt meestal vanzelf. Een infectie of een ernstige bloeding komt gelukkig zeer zelden voor (ongeveer 0.1-0.2% ofwel 1 op de 500-1000 patiënten), maar kan ernstige gevolgen voor het zien hebben.
  • Ontwikkeling van staar. Als u nog niet aan staar geopereerd bent, zal enige tijd na een vitrectomie staar ontstaan en een staaroperatie nodig zijn. Bij patiënten op hogere leeftijd zal de staar zich meestal binnen één tot drie jaar ontwikkelen. Bij jongere patiënten kan dit veel langer duren. Het ontstaan van staar merkt u door een langzame achteruitgang van de gezichtsscherpte.
  • Hoge of lage oogdruk. Soms is na de operatie de oogdruk tijdelijk te laag of te hoog. Een lage oogdruk merkt u niet, bij een te hoge oogdruk kunt u oogpijn krijgen en misselijk worden. De oogdrukverhoging wordt meestal met extra oogdruppels behandeld.
  • Netvliesloslating. Soms treedt na de glasvochtoperatie een netvliesloslating op. Bij een netvliesloslating valt een deel van het gezichtsveld weg. De kans op een netvliesloslating is het grootst in de eerste maanden na de vitrectomie. Het is verstandig in deze periode het gezichtsveld af en toe zelf te controleren. Dit kunt u doen door uw hand in het gezichtsveld te bewegen, terwijl u recht vooruit blijft kijken en het niet geopereerde oog dicht houdt. Uw hand moet dan rondom overal evengoed zichtbaar zijn. Met een extra operatie is een netvliesloslating meestal wel goed te verhelpen.
  • Littekenvorming. Soms ontstaat er littekenvorming op het netvlies, met name als u geopereerd werd aan een netvliesloslating. In dat geval kan er opnieuw een netvliesloslating ontstaan. Het ontstaan van een littekenreactie is niet te voorspellen of te voorkomen. Er kunnen meerdere operaties nodig zijn om het netvlies weer aanliggend te krijgen. Vaak zal het herstel van de gezichtsscherpte beperkt zijn. Soms ontstaat er een laagje litteken op de gele vlek (macula pucker).
  • Overige. Zelden treedt een bloeding of vochtophoping onder het vaatvlies op (choroidale bloeding genoemd). Dit kan het gezichtsvermogen aanzienlijk belemmeren. Soms is een laserbehandeling tijdens de glasvochtoperatie nodig. Door deze verrichte laserbehandeling kan incidenteel de pupil wijder worden dan voorheen (door thermische schade). Vaak herstelt zich dat in loop van de maanden.

Opmerking
Bij vragen over de operatie kunt u contact opnemen met uw oogarts. Deze folder geeft algemene informatie over een vitrectomie (glasvocht operatie). Niet alles in deze folder is op u van toepassing. Tijdens de operatie kan de operateur (onverwachts) besluiten om toch af te wijken van de aangegeven procedure. Zoekt u een oogarts die deze operatie uitvoert → zie folder specialisaties/aandachtsgebieden.

11. Animatiefilm (Engels)
– retina = netvlies
– macula = gele vlek, het centrale deel van het netvlies
– vitreous body = glasvocht of ooggelei

error: Niets van deze website mag worden gekopieerd
Scroll naar boven