Gezichtsveldonderzoek (GVO), FDT, GDx

Gezichtsveldonderzoek (GVO), FDT, GDx

Inhoudsopgave:

  1. De gezichtsscherpte (visus)
  2. Het gezichtsveld
    • Het gezichtsveldonderzoek
    • Oogziekten met afwijkende gezichtsvelden
    • Voorbeelden van afwijkende gezichtsvelden
  3. Overige onderzoeken: GdX, HFA, OCT-scan, FDT

In de oogheelkunde wordt onderscheid gemaakt in:

– de gezichtsscherpte (visus of het centrale zien) en
– het gezichtsveld (het omgevingszien of het perifere zien).

1. De gezichtsscherpte (visus)
De gezichtsscherpte is belangrijk voor het zien van details, zoals bij het lezen en het herkennen van gezichten. De gezichtsscherpte wordt getest met een leeskaart en wordt uitgedrukt in een getal (bijv iemand ziet normaal, dit is 100%). Dit zien doen we met het centrale deel van het gezichtsveld (‘centrale gezichtsveld’ genoemd).

2. Het gezichtsveld

2a. Inleiding
Als we met 1 oog naar een punt kijken, zien we veel méér dan dat punt alleen. We zien een groot gebied, hoewel minder scherp dan het punt waarnaar we kijken. Dit gebied heet het gezichtsveld.

Het gezichtsveld is het hele gebied dat we kunnen overzien terwijl we rechtuit kijken. Het gezichtsveld is het omgevingszien (het gehele gebied dat een oog zonder te bewegen kan overzien), het perifere zien genoemd. Als we met één oog naar een punt kijken, zien we veel méér dan dat punt alleen. We zien een groot gebied, hoewel minder scherp dan het punt waarnaar we kijken. Het gezichtsveld is van groot belang in het dagelijks leven, bijvoorbeeld om te voorkomen dat we ergens tegenaan lopen, over stoeprandjes struikelen of iets omgooien. In het verkeer is een goed gezichtsveld uiteraard van het grootste belang. Met name in het stadsverkeer kan door uitval van een deel van het gezichtsveld gemakkelijk een voetganger of een fietser ‘over het hoofd’ worden gezien. Een uitval (defect) in het gezichtsveld is te beschouwen als een ‘dooie hoek’. Iemand met een uitval in het gezichtsveld is zich daar meestal niet van bewust omdat de aandacht is gericht op het centrale punt waarnaar we kijken (bijv. lezen, tv kijken). Het kan voorkomen dat iemand 100% ziet (de gezichtsscherpte), terwijl er grote delen van het gezichtsveld ontbreken. Een voorbeeld hiervan is kokerzien. Het gezichtsveld wordt getest met een gezichtsveldonderzoek.

Ieder oog heeft zijn eigen gezichtsveld. Wanneer we met 2 ogen tegelijk kijken is ons totale gezichtsveld groter dan van ieder oog afzonderlijk (blikveld genoemd). De 2 gezichtsvelden van beide ogen vallen voor een groot deel samen. Zo kunnen afwijkingen in het gezichtsveld van het ene oog opgevangen worden door het gezichtsveld van het andere oog. Hierdoor vallen beginnende gezichtsveldafwijkingen bij een beginnend glaucoom niet altijd op. Afwijkingen in het gezichtsveld worden gezichtsvelddefecten of scotomen genoemd. Bij glaucoom vindt er in eerste instantie uitval van het gezichtsveld (de omgeving) plaats (zie folder glaucoom).
Dit is een voorbeeld van een patiënt met glaucoom die een bepaald deel van de omgeving niet goed ziet:

2b. Het gezichtsveldonderzoek
Gezichtsveldonderzoek (GVO) dient ervoor een eventuele uitval in het gezichtsveld op te sporen en vast te leggen. Gezichtsveldonderzoek is een moeilijk onderzoek. Het wordt voor het rechter en het linker oog afzonderlijk gedaan. Het vergt uiterste concentratie van degene die onderzocht wordt. Het is bekend dat die concentratie erg kan wisselen: tijdens het onderzoek, maar ook van de ene dag op de andere. Daarnaast doen degenen die niet vertrouwd zijn met het onderzoek het vaak minder goed dan de wat meer ervaren patiënten.

 De patiënt zit voor een halve bol, met één oog afgedekt. Hij moet rechtuit kijken naar een vast punt. Op verschillende plaatsen in de bol worden achtereenvolgens lichtjes geprojecteerd. De sterkte van het licht kan gevarieerd worden. Een ingebouwde computer bepaalt de plaats en de volgorde van de lichtjes, alsmede de sterkte ervan. Zodra de patiënt het lichtje ziet, moet hij op een knop drukken. De computer registreert dan waar het lichtje is waargenomen en bij welke lichtsterkte. Gaandeweg wordt het gehele gezichtsveld onderzocht.

De computer test ook of men tijdens het onderzoek goed rechtuit naar het vaste punt kijkt.
Daarnaast bepaalt de computer of de aandacht er nog wel bij blijft. Dit is immers van belang voor het beoordelen van de betrouwbaarheid van het gezichtsveldonderzoek. Bovendien houdt een onderzoeker in de gaten of het onderzoek correct wordt uitgevoerd.
Het onderzoek duurt over het algemeen niet langer dan 10 minuten per oog. De uitslag van het onderzoek ontvangt u van de oogarts, meestal aansluitend aan het onderzoek.
Het gezichtsveldonderzoek wordt de HFA (Humphrey Field Analyzer) genoemd.

2c. Oogziekten met afwijkende gezichtsvelden
Er zijn vele aandoeningen die tot afwijkingen van het gezichtsveld leiden. Vaak is de vorm van de gezichtsvelduitval kenmerkend voor een aandoening. De meest voorkomende redenen om een gezichtsveld te maken zijn:

  • een onverklaarbaar laag gezichtsvermogen
  • glaucoom
  • neurologische afwijkingen (bijv. herseninfarct)
  • oogzenuw afwijkingen
  • medicijngebruik (bijv. sabril)

Voor méér informatie over gezichtsvelden bij oogziekten:
→ zie folder afwijkingen oogzenuwbanen

Het is dus mogelijk om met een gezichtsveldonderzoek de oorzaak van bepaalde klachten op te sporen. Daarnaast dient het onderzoek om te bepalen of een aandoening in de loop van de tijd verbetert of verslechtert. Vooral bij glaucoom is het van belang dit veelvuldig na te gaan.

2d. Voorbeelden van afwijkende gezichtsvelden
Hierna worden verschillende afwijkingen van het gezichtsveld getoond. Het is het veld dat een patiënt met elk oog (links en rechts) ziet. Per oog wordt ongeveer 30 graden links en 30 graden rechts van het fixatiepunt gemeten (dus totaal 60 graden). In de figuur komt 10 graden overeen met 1 streepje.

Een normaal gezichtsveld:

gezichtsvelden van beide ogen

Zwarte gebieden worden niet gezien door de patiënt. Bij een normaal gezichtsveld ziet men een ronde zwarte vlek tussen 10 en 20 graden, hetgeen de blinde vlek is. Dit is de plaats waar de oogzenuw uit het oog komt en waar geen netvlies zit. Hiermee kan men geen beelden zien.

Glaucoom (2 voorbeelden):

Herseninfarct (het halve linker beeld is bij beide ogen uitgevallen):

Retinitis pigmentosa

3. Overige Onderzoeken
De zenuwvezeltjes van het gehele netvlies komen tezamen in de kop van de oogzenuw. Als gevolg van de hoge oogdruk, bijvoorbeeld bij glaucoom, treden beschadigingen op van de zenuwvezels (de zenuwvezellaag, ofwel de ‘nerve fiber layer NFL’). Hierdoor verliezen steeds meer delen van de oogzenuw hun werking. Beschadigingen of uitval van de zenuwvezeltjes kunnen uiteindelijk leiden tot uitval van delen van het gezichtsveld. Zowel de uitval van de zenuwvezeltjes als de uitval van het gezichtsveld zijn in kaart te brengen d.m.v geavanceerde apparaten.

  • De zenuwvezellaag rondom de papil (kop van de oogzenuw) en de eventuele beschadigingen ervan kunnen in kaart worden gebracht d.m.v. diverse onderzoeken, zoals:
    • een OCT-scan
    • een GDx-scan: afwijkingen of defecten in de NFL zijn vaak het eerste teken van glaucoom (‘hoge oogdruk’)
    • een HRT-scan
  • Uitval van het gezichtsveld kan worden gemeten d.m.v.
    • een HFA-onderzoek (Humphrey field analyzer (zie voorbeelden hierboven)
    • een FDT-scan (frequency doubling test)

3a. GDx-scan:
De GDx- scan is een niet-invasieve, non-contact en objectieve beeldvormende techniek, gebaseerd op scanning laser polarimetrie. Het apparaat meet de dikte van de NFL.
Een GDx-onderzoek kan nodig zijn voor het vaststellen van de diagnose glaucoom (‘hoge oogdruk’). Met dit apparaat wordt een speciaal soort foto van de binnenkant van de ogen (net netvlies) gemaakt om de toestand van de zenuwvezellaag vast te leggen. Voor deze foto hoeft de patiënt alleen in de camera van de GDx te kijken. Voor dit onderzoek hoeven de ogen niet wijd gedruppeld te worden, waardoor het gezichtsvermogen niet wordt beinvloed. Het onderzoek duurt ongeveer 10 minuten.

  GDx-apparaat

GDx-scan: de lijnen in de onderste grafiek (van het linker en rechter oog) geven de dikte van de NFL aan. Ze behoren in het gearceerde deel vallen. De groen lijn is van het rechter oog (OD) en de paarse lijn is van het linker oog (OS):

GDx-scan en een gezichtsveldonderzoek: het rechter oog (OD) vertoont forse uitval in het gezichtsveld (zwart). Op de bijbehorende GDx-scan is te zien dat de groene lijn buiten het gearceerde gebied valt:

3b. FDT-scan:


FDT-test: in dit voorbeeld zijn geen afwijkingen zichtbaar (er zijn geen grijze of gearceerde delen zichtbaar).
De apparatuur is afkomstig van firma Zeiss (www.zeiss.nl).

3c. OCT-scan
nog geen informatie toegevoegd

error: Niets van deze website mag worden gekopieerd
Scroll naar boven