Vervangen eigen ooglens zonder staar (clear lens extraction CLE, RLE, Prelex)
Inhoudsopgave:
- Algemeen
- Hoe kan men een brilsterkte corrigeren?
- laserbehandeling van het hoornvlies of Artisan/Artiflex-implantatie
- verwijderen van de heldere, eigen ooglens –> clear lens extraction
- Clear lens extraction
- monofocale kunstlens
- torische kunstlens
- multifocale kunstlens (RLE, Prelex)
- Risico’s
- Kosten
- Animatiefilm
1. Algemeen
In het oog worden lichtstralen gebroken door het hoornvlies en de ooglens. Hierdoor ontstaat bij een normaal oog een helder scherp beeld op het netvlies. Als het hoornvlies niet de juiste kromming heeft of de lens niet de juiste sterkte, ontstaat er een wazig beeld op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte maar van een “refractie- of brekingsafwijking”. Dit wordt uitvoerig besproken op de website in het hoofdmenu “Brilsterkte”.
2. Hoe kan men deze brilsterkte corrigeren
Aanvullende folders
* uitleg over verschillende soorten refractie-afwijkingen of brilsterkten → lees verder
* overzicht alle refractieve ingrepen en mogelijkheden → overzicht / indeling refractiechirurgie
* kosten van alle refractieve ingrepen → lees verder
2a. Laserbehandeling van het hoornvlies of Artisan / Artiflex-implanatatie
Lage sterkten van bijziendheid (tot -8 dioptrieën) en verziendheid (tot + 6 dioptrieën) worden bij voorkeur gecorrigeerd met de excimer-laser (PRK, LASIK, LASEK) of met een Artisan/Artiflex-lens (PIOL = phakic intra ocular lens). Voor uitgebreide uitleg, zie website bij “Refractie chirurgie”. Na de leeftijd van 42-52 jaar neemt het accomodatievermogen van de eigen ooglens af waardoor men een leesbril nodig heeft, ook na refractiechirurgie. Mensen die de middelbare leeftijd bereiken en een leesbril nodig hebben, maar brilloos verder willen, komen eerder in aanmerking voor de ‘ clear lens extraction’.
2b. Verwijderen van de heldere, eigen ooglens → “clear lens extraction (CLE)”
Hogere sterkten kunnen gecorrigeerd worden m.b.v. “implanteerbare refractielenzen” of door een “clear lens extraction“. Naast correctie van de hoge brilsterkte, kan eventueel ook het verlies van accommodatie worden gecorrigeerd. Iedere techniek heeft zo zijn eigen toepassingsgebied. Zo zal voor de één een laserbehandeling het beste zijn, voor de ander is dat de implanteerbare refractielens.
3. Clear Lens Extraction
Een methode om de brilsterkte te verminderen is het vervangen van de eigen heldere ooglens door een kunstlens. Een andere term voor CLE is een RLE (Refractieve Lens Exchange of refractieve lensverwijdering). Er is dus géén sprake van staar. De operatie is wel vergelijkbaar met die van een staaroperatie (zie folder staar). Hier ziet u de stappen van een staaroperatie: het verpulveren en verwijderen van de eigen ooglens, het plaatsen van een vouwbare kunstlens en de positie van de kunstlens in het oog:
Hierna wordt een kunstlens ingebracht. Deze kunstlens wordt op een bepaalde sterkte gemaakt waardoor de brilsterkte aanzienlijk wordt gereduceerd. Er zijn 3 soorten kunstlenzen die geïmplanteerd kunnen worden, die hierna worden besproken:
– de monofocale kunstlens
– de torische kunstlens
– de multifocale kunstlens
3a. Monofocale kunstlens
Monofocaal betekent dat u met de kunstlens maar op 1 afstand scherp ziet, meestal in de verte. Na de operatie is er dus wel een leesbril nodig om optimaal scherp te kunnen zien. Er kan ook gekozen worden voor een monofocale kunstlens waarmee de leesafstand scherp is maar dan is er na de operatie een vertebril nodig. Men blijft echter brilafhankelijk voor een bepaalde afstand: dichtbij of veraf.
Er zijn meerdere monofocale kunstlenzen op de markt.
(Alcon,
met toestemming)
De meeste kunstlenzen beschermen tegen UV-licht, maar niet tegen het schadelijke paarsblauwe licht. De lens gaat uw gehele leven mee. De nieuwe kunstlens heeft flexibele pootjes en optiek (ronde schijf) waardoor ze makkelijk in opgerolde toestand in het oog geplaatst kan worden (linker foto). In het oog ontvouwt de lens zich en zetten de pootjes zich vast in het lenszakje (rechter foto).
Indicaties
De behandeling is met name geschikt voor mensen waarbij de accommodatie (inzoomend effect) van de eigen ooglens niet meer aanwezig is.:
- bijzienden (myopie) met een brilsterkte van > -10.0 dioptrieën
en bij voorkeur, als de patiënt > 60 jaar oud is.
Bij jongere patiënten moet eerst het netvlies goed beoordeeld worden (netvliesafwijkingen). Bij bijziende ogen is het risico op een netvliesloslating na een operatie groter. Indien het glasvocht al losgelaten is van het netvlies, is het gevaar voor een netvliesloslating kleiner - verzienden (hypermetropie) met een brilsterkte van > + 3.50 dioptrieën
en met name als de patiënt niet meer kan accommoderen (> 50 jaar)
Indien de accommodatie nog aanwezig is, dwz de lens kan nog scherp stellen voor dichtbij en veraf, bestaat de mogelijkheid om een kunstlens vóór de eigen ooglens te plaatsen. Dit geldt m.n. voor de jongere categorie patiënten. Hiervan is een aparte folder geschreven zie folder phakic IOL.
Doel van de operatie
Het doel van de operatie is een vermindering van zeer hoge bij- of verziendheid. Door de hoge bij- of verziendheid is de berekening van de kunstlens moeilijker en iets onbetrouwbaarder dan bij een normaal oog. Er kan dus na deze operatie toch een restafwijking aanwezig zijn waardoor er toch een bril of contactlens nodig is om optimaal scherp te kunnen zien (al zou deze een veel geringere sterkte hebben dan voorheen). Ook is het mogelijk om de restafwijking nog te corrigeren met een laserbehandeling van het hoornvlies (immers dan is de brilsterkte dusdanig verminderd dat een laserbehandeling veilig is). Deze combinatiebehandeling van een CLE en een laserbehandeling wordt ‘bioptics’ genoemd (zie aparte folder).
U moet zich realiseren dat het accommoderend vermogen van de eigen ooglens verdwijnt na het implanteren van een monofocale kunstlens. Dit betekent dat u, net als andere mensen met ‘normale ogen’ en een middelbare leeftijd, een leesbril nodig heeft om dichtbij scherp te kunnen blijven zien. Derhalve wordt de ‘clear lens extraction’ meestal niet geadviseerd als de eigen ooglens nog goed functioneert.
De gezichtsscherpte is ná de operatie vaak veel hoger dan de oorspronkelijke gezichtsscherpte vóór de operatie. Dit komt doordat de beelden bij hoge bijziendheid (gecorrigeerd met een bril) kleiner zijn dan normaal. Na implantatie van een kunstlens wordt hetzelfde beeld groter geprojecteerd op het netvlies en ziet men een iets groter beeld dan voorheen. Ook hebben mensen met hoge bijziendheid vaak een vertekend beeld bij het dragen van een bril (door randverschijnselen van de bril zelf). Deze nadelige effecten op het zien verdwijnen na de operatie.
3b. Torische lens
Indien het hoornvlies niet de vorm heeft van een mooie ronde voetbal maar van een rugby-bal, spreekt men van astigmatisme of een cilindrische afwijking. Deze cilindrische afwijking kan gecorrigeerd worden met een torische lens. Zoals bij een monofocale lens, blijft men echter brilafhankelijk voor een bepaalde afstand: dichtbij of veraf. Voor een uitgebreide informatie, zie folder torische lens.
3c. Multifocale kunstlens
Bij een CLE (clear lens extraction, verwijderen van een heldere ooglens) kan ook een multifocale kunstlens geïmplanteerd worden. Een synoniem CLE met implantatie van een multifocale lens is Prelex = Presbyopic Lens Exchange (presbyope lens uitwisseling)
De phake IOL (afkorting PIOL of phakic intraocular lens, zie folder) wordt met name gebruikt bij mensen onder de 40 jaar die nog geen leesbril nodig hebben. Hierbij heeft de eigen ooglens nog voldoende capaciteit om te accommoderen. Implantatie van een PIOL wordt immers primair verricht in ogen die nog een accommodatievermogen hebben (voor uitleg accommodatie, dwz inzoemen van de ooglens om te kunnen lezen, zie aparte folder).
De Prelex techniek wordt gebruikt in die gevallen waarbij een PIOL niet zinvol is ten gevolge van accommodatie verlies (leesbril) of beginnende lensvertroebeling. Dit heet ouderdomsverziendheid ofwel presbyopie. PreLex wordt meestal gebruikt om een hoge mate van myopie (bijziendheid) en een milde/hoge hypermetropie (verziendheid) te behandelen.
Meestal wordt deze CLE-techniek niet eerder gehanteerd dan vanaf de middelbare leeftijd (dan neemt namelijk het accommodatievermogen af, > 40 jr). De behandeling bestaat bestaat uit het verwijderen van de eigen ooglens; deze wordt vervangen door een kunstlens.
De procedure is vergelijkbaar met een staaroperatie (echter bij een staaroperatie is de lens dus troebel). Bij een CLE wordt de operatie verricht om de brilsterkte te verminderen (er is geen staar aanwezig). Een voordeel van de CLE-techniek is dat de basistechniek (staaroperatie) reeds jaren succesvol wordt uitgevoerd. Het grote verschil met een staaroperatie is dat de RLE-techniek toegepast wordt om, behalve de brilsterkte voor veraf, ook de lees-brilsterkte te corrigeren zodat er geen bril meer nodig is. Dat luistert veel nauwer dan alleen het verhelpen van de staar.
De procedure kunt u nalezen op de website (zie folder staar / staaroperatie). Er wordt een kunstlens geplaatst in het zakje van de eigen ooglens. De lens bevindt zich achter de iris. Er zijn vele soorten multifocale (en/of EDOF) kunstlenzen op de markt. De lens kan worden geïmplanteerd bij zowel patiënten met staar (=staaroperatie) als patiënten zonder staar (RLE, Prelex). Zie folder over multifocale lenzen
3d. De multifocale lens (MF-kunstlens) zelf
Deze multifocale (MF-) lens is sinds 2006 op de markt en kan worden gebruikt bij zowel patienten met staar als patienten zonder staar (Prelex, RLE).
De kunstlens zorgt ervoor dat men na een staaroperatie zonder bril veraf én dichtbij goed kan zien. Voor mensen met staar die na de operatie géén bril meer willen dragen, is dit een uitkomst. Er zijn vele soorten multifocale kunstlenzen. De lens bevat vaak een aantal fijne ringen die bedoeld zijn om voor zowel dichtbij als veraf te kijken. Er zijn ook andere ‘multifocale’ kunstlenzen (EDOF lenzen), zie MF-folder. De lens is geschikt voor patiënten met minder extreme brilsterkten (i.t.t. de monofocale lens).
In Amerika en ook in Europa komt het steeds vaker voor dat mensen die wat ouder zijn, maar nog géén staar hebben, een MF-kunstlens laten implanteren. Dit met als doel goed te zien zonder bril voor dichtbij én afstand. De kosten voor zo’n operatie moeten zelf betaald worden omdat het om een operatie van een gezond oog gaat en de zorgverzekeraar dit dan niet vergoedt. De lens is aanzienlijk duurder dan de monofocale kunstlens waardoor de patiënt zelf moet bijbetalen. Ook deze kunstlens heeft een gele kleur om het paarsblauwe licht eruit te filteren, net zoals bij de menselijke lens het geval is. Met deze kunstlens kan de meerderheid van de patiënten (80%) goed in de verte én dichtbij zien, zonder een bril te dragen. Niet elke patiënt is geschikt voor deze kunstlens. Meer informatie over de MF-kunstlenzen vindt u elders op de website (lees verder)
4. Risico’s
Algemeen: elke staaroperatie is een oogoperatie met de risico’s die passen bij een standaard staaroperatie. De volgende complicaties kunnen zich voordoen:
- Netvliesloslating
- Bijziende ogen (myopie):
Ogen met een hoge bijziendheid, waarbij geen operatie wordt verricht, hebben een groter risico op een netvliesloslating dan de gemiddelde ogen (hoe hoger de bijziendheid, des te hoger de kans op een netvliesloslating). Een operatie aan de eigen ooglens verhoogt het risico bij normale ogen van 1:8500 naar 1:850 (10x hoger risico).
Met name bij hoge myopie is het risico verhoogd (ongeveer 1:50), in het bijzonder bij jonge patiënten (< 50 jr), bij patiënten die een lang oog hebben (> 26 mm) en bij mannen. De incidentie van een netvliesloslating na een ‘clear lens extraction’ ligt in de range van 0 – 8%. Voor uitgebreide informatie over deze risico’s → risico op netvliesloslating. - Verziende ogen (hypermetropie): er moet beoordeeld worden of er een kans op scheelzien ontstaat. Bij verziende ogen is speelt het extra risico op een netvliesloslating niet/minder een rol.
- Bijziende ogen (myopie):
- Beschadiging van de lens tijdens de operatie
- Problemen die na 4d. Refractieve verrassing waarbij de lenssterkte niet overeenkomt met de doelstelling (target)
- Verplaatsing van de lens (zie folder complicaties bij staaroperaties)
- Dysfotopsie of kunstlens geassocieerde visuele stoornissen (zie folder dysfotopsie)
- Opacificatie van de kunstlens (troebele lens); zelden
5. Kosten
De kosten staan elders vermeld bij “Refractie chirurgie”
Voor Deventer ziekenhuis → lees verder.
6. Animatiefilm (Engels)