Verminderd zien en Leesklachten (kind)

Verminderd zien en Leesklachten (kind)

Inhoudsopgave:

  1. verminderd zien bij kinderen: brilafwijking, nystagmus, lui oog, oogziekten
  2. leesklachten bij kinderen: algemeen, dyslexie

1) Verminderd zien bij kinderen
Het zijn de ouders, het consultatiebureau, de schoolarts, de leerkracht en soms het kind zelf die opmerken dat een kind niet goed kan zien. Alle kinderen tot 10 jaar komen via de huisarts eerst bij de orthoptist en daarna bij de oogarts.

1a. Hoe vaak komt het voor?
Er zijn verschillende mogelijkheden om dit in een getal uit te drukken

mogelijkheid 1
Het gezichtsvermogen kan beperkt zijn door een niet ontdekte, niet gecorrigeerde, brilafwijking (refractie-afwijking) of door bepaalde oogaandoeningen. Hierbij houdt men een gezichtsvermogen van < 0.50 aan.  Bij kinderen in de leeftijdsfase van 0.5 tot 6 jaar is het volgende beschreven:

  • een verminderd zicht in het slechtste oog komt bij ongeveer 3-7 % van de kinderen voor. Een groot deel hiervan is te wijten aan een refractie-afwijking (> 50%), gevolgd door een lui oog (amblyopie, ± 25%), scheelzien (strabismus) en zeldzamere afwijkingen (bijv. netvliesafwijkingen).
  • een verminderd zicht in het beste oog (en daarmee dus slecht zicht in beide ogen) komt voor bij ongeveer 1-3% van de kinderen [referenties Ophthalmology 2011; 1495].
    Van de refractieafwijkingen kwam, in deze laatste studie, een cylinderafwijking (cylinder ≥ 1.0 D) het vaakst voor, gevolgd door een verziendheid (SE ≥ 2.0 D), gevolgd door bijziendheid (SE ≤ -0.50D). Er werd een associatie gevonden met een laag geboortegewicht (maar niet met prematuriteit, etniciteit of economische status).

mogelijkheid 2
Men kan de getallen ook op een andere manier weergeven. Hierbij gaat men uit van het feit dat, na eventuele correctie van een refractie-afwijking (bril), weer een goed gezichtsvermogen kan ontstaan.

In een studie [Ophthalmology 2010; 2184, Engeland]) bleek dat 5.5% van de kinderen onder de 3 jaar een oogafwijking had zonder dat deze kinderen minder zagen (met beide ogen tezamen getest). Voorbeelden zijn een refractie-afwijking (brilsterkte), scheelzien (strabismus en oogbewegingen), een lui oog (amblyopie), traanwegproblemen en overige afwijkingen (lens, glasvocht, netvlies) [Ophthalmology 2010; 2184, Engeland]). Er was een associatie met een laag sociaal-economische status, een lager geboortegewicht en vroeggeborenen (prematuur kind).
Slechts een klein deel van deze kinderen (0.25%) met deze oogafwijkingen hadden daarbij ook een slechter zicht. Voorbeelden hiervan zijn oa scheelzien en niet te corrigeren refractie-afwijkingen (brilsterkte). Er was een associatie met een lager geboortegewicht, prematuriteit en de etniciteit.

1b. Oorzaken
De oorzaken van verminderd zien zijn vooral een brilafwijking en een nystagmus. Oogziekten die door de oogarts vastgesteld kunnen worden kunnen natuurlijk ook verminderd zien veroorzaken.

a. Brilafwijking (refractie afwijking)
Bij een brilafwijking is er sprake van een afwijkende vorm van het oog waardoor het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies valt. Deze brekingsafwijkingen worden refractieafwijkingen genoemd. Hierdoor ontstaat een onscherp beeld. Het hebben van een brilafwijking wordt geen oogziekte genoemd.

Er bestaan verschillende soorten refractieafwijkingen:
1. bijziendheid (myopie)
2. verziendheid (hypermetropie)
3. astigmatisme (cilinder)
4. verschil in brilafwijking van beide ogen (anisometropie).

Uitgebreide beschrijving van deze brilafwijkingen worden besproken op de website www.oogartsen.nl bij “Brilsterkte”.

b. Nystagmus (wiebel- of trilogen)
Met de term nystagmus worden onwillekeurige ritmische bewegingen van de oogbollen aangeduid. Onwillekeurig betekent dat de bewegingen buiten de wil om ontstaan, ritmisch wil zeggen dat de bewegingen een bepaald patroon vertonen met een vrij vaste snelheid en richting. Nystagmus kan bij de geboorte aanwezig zijn of binnen 6 weken ontstaan. Op latere leeftijd kan het optreden in het kader van een ander, meestal neurologisch ziektebeeld.
Vooral als de nystagmus constant aanwezig is, kan dit een verminderd zien veroorzaken. Bij zeer slecht zien dat niet te corrigeren is met een bril wordt de patiënt voor begeleiding bij zijn visuele handicap aangemeld bij Bartimeus.
Uitgebreide informatie over nystagmus vindt u op de website bij “Oogziekten (overige)”.

c. Lui oog (amblyopie)
Amblyopie is een slecht gezichtsvermogen in een oog, ontstaan doordat dit oog zich in de vroege kinderjaren niet goed heeft ontwikkeld (zie folder over lui oog elders op website). Er is geen aantoonbare oogafwijking en de gezichtsscherpte is niet te corrigeren met een brilsterkte. In het Nederlands spreekt men van een ‘lui oog’. De oorzaken van een lui oog zijn:
– een brilafwijking
– scheelzien
– allerlei oogziekten

d. Oogziekten
Er zijn verschillende oogaandoeningen die een vermindering van het gezichtsvermogen geven, bijvoorbeeld hoornvliesafwijkingen (littekens), staar, glasvochtafwijkingen, netvliesafwijkingen etc. Het onderzoek en de behandeling van oogziekten is de taak van de oogarts.In de folder of op de website bij “oogziekten (overige)” vindt u uitgebreide informatie over het luie oog en de oorzaken hiervan.

Onderzoek en Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak.

2) Leesklachten bij kinderen
Leesklachten kunnen verschillende oorzaken hebben en op verschillende leeftijden voorkomen. De leesklachten van een vijftigjarige zijn niet te vergelijken met die van een tienjarige. Over het algemeen kan gesteld worden dat de meeste leesklachten bij mensen van 40 jaar en ouder te wijten zijn aan een afname van het accommodatievermogen van de ogen. Dit wil zeggen dat het oog zijn vermogen verliest om op alle afstanden scherp te zien door de ooglens boller of minder bol te maken (accommoderen).

Bij kinderen liggen de zaken iets complexer. Hier bestaat de mogelijkheid dat het kind door een ander probleem dan de ogen moeite heeft met lezen. Het gaat hierbij dan niet zo zeer om het vermogen om scherp te zien, maar het vermogen om te leren lezen of om woordblindheid (dyslexie).

2a. Klachten en oorzaken
Welke klachten komen voor bij mensen met leesproblemen?

  • Wazig zien: dit kan het gevolg zijn van een brilafwijking
  • Hoofdpijn: dit kan veroorzaakt worden door een brilafwijking, maar ook door een verminderde samenwerking tussen de ogen. Hoofdpijn door allerlei brekingsafwijkingen (een brilafwijking) wordt uitvoerig besproken bij “Brilsterkte”. Hoofdpijn door onvoldoende samenwerking van oogspieren wordt besproken bij “Oogziekten (overige)”.
  • Dubbelzien: dit kan vele oorzaken hebben (zie website “Oogziekten (overige)”). Bij leesklachten is meestal de oorzaak een verminderde samenwerking tussen de ogen.

Dyslexie
Woordblindheid of dyslexie is een diagnose die gesteld wordt bij een groep mensen met  specifieke leesklachten. Dit wordt veroorzaakt door een specifieke afwijking in de hersenen. Woordblindheid of dyslexie wordt niet behandeld door een orthoptist. Wel is het belangrijk dat bij mensen met leesklachten wordt uitgesloten dat een brilafwijking en/of verminderde samenwerking tussen de ogen de klachten veroorzaken of versterken.

error: Niets van deze website mag worden gekopieerd
Scroll naar boven