Oogkas: diverse aandoeningen

Oogkas: diverse aandoeningen

Inhoudsopgave

  1. Anatomie oogkas (orbita)
  2. Verschijnselen
  3. Indeling aandoeningen van de oogkas
    • schildklieraandoening (de ziekte van Graves)
    • infecties
    • ontstekingsziekten
    • bloedvat-afwijkingen
    • cysten
    • tumoren
  4. Prolaberende traanklier

1. Anatomie Oogkas (orbita)
Het oog bevindt zich in een relatief beschermde omgeving, de oogkas (de orbita). Het oog is omgeven door vetweefsel, 6 oogspieren (rechte en schuine oogspieren), ooglidspieren (die het bovenooglid heffen) en botweefsel (de oogkas). In de oogkas bevindt zich ook de traanklier. De oogkas wordt ook wel “orbita”genoemd.
  

De beelden worden geregistreerd door het netvlies en via de oogzenuw doorgezonden naar de hersenen. De oogzenuw loopt vanuit de achterzijde van het oog naar de hersenen. Aan alle zijden wordt het oog beschermd door verschillende botstukken. Dit geldt voor bovenzijde, onderzijde, binnenzijde, buitenzijde en achterzijde). In de oogkas liggen tevens de oogspieren, de traanklier en vetweefsel. De belangrijkste aandoeningen van de orbita zijn een botbreuk van de bodem (orbitabodemfractuur bij een ongeval) en de Graves’ orbitopathie (schildklieraandoening →  lees verder).

2. Verschijnselen
De  klinische afwijkingen die zich voor kunnen doen zijn bij aandoeningen in de oogkas zijn o.a.:

  • Proptosis. Dit is een abnormale uitpuiling (protrusie) van het oog naar voren toe. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een gezwel achter de oogbol. Dit gezwel duwt het oog dan naar voren (door de oogkas kan het oog alleen maar naar voren toe).
      uitpuilend oog
    Een proptosis kan worden veroorzaakt door een bloedvatgezwel (caverneus hemangioom) of een gezwel van de oogzenuw, gelocaliseerd achter de oogbol (in de zogenaamde spierconus). Het oog wordt dan recht naar voren geduwd (axiale proptosis genoemd). Een gezwel kan zich ook bevinden naast/buiten de oogspieren (extraconaal) waardoor het oog schuin naar voren komt (eccentrische proptosis genoemd).De term pseudo-proptosis (schijn-proptosis) wordt gebruikt in situaties waarbij het oog naar voren lijkt te komen terwijl het in werkelijkheid niet zo is. Voorbeelden zijn hoge bijziendheid (‘bolle ogen’), een eenzijdige ooglidretractie (het bovenooglid wordt extra omhoog getrokken).
      pseudo-proptosis
  • Enophthalmus. Dit betekent dat de oogbol dieper in de oogkas zit. Dit komt bijvoorbeeld voor bij a) structurele afwijkingen van de oogkaswanden (een ongeval waarbij de oogkaswand gebroken is en de inhoud van de oogkas weg kan zakken in de breuk en b) afname van weefselmassa rondom het oog (atrofie van de orbita-inhoud).
  • Dystopie. Dit is een verplaatsing van de oogbol in een horizontaal of verticaal vlak (coronair vlak). Een horizontale of verticale verplaatsing kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een gezwel in de traanklier (de traanklier bevindt zich in het buitenste-bovenste kwadrant van de oogkas).
  • Ophthalmoplegie. Dit betekent dat de oogbewegingen beperkt zijn. Dit kan veroorzaakt worden door een a) een gezwel in de oogkas, b) een afwijking van de oogspier (restrictieve myopathie), c) een afwijkende zenuw die de oogspier(en)  aanstuurt en d) beklemming van de oogspieren in een botbreuk.

3. Indeling van aandoeningen van de oogkas
De aandoeningen van de oogkas (orbita) kunnen als volgt worden ingedeeld:

  • Schildklieraandoening (de ziekte van Graves). Deze aandoening wordt in een aparte folder beschreven →  ziekte van Graves orbitopathie).
  • Infecties
    • Preseptale cellulitis. Dit is een infectie van het  onderhuidse weefsel aan de voorzijde van de oogkas (vóór het septum orbitale of oogkasschot gelegen (= preseptaal). Dit kan worden veroorzaakt door een ongeval (huidwond, insektenbeet), door een verspreiding van de infectie in de omgeving (een uitbreidende ooglidinfectie) of door een verspreiding van een infectie, via de bloedbaan, elders in het lichaam (bijv. een middenoorontsteking of luchtweginfectie. Voor meer informatie, zie folder preseptale cellulitis
    • Orbitale cellulitis. Dit is een ernstige infectie van de weefsels in de oogkas (achter het septum orbitale). Dit treedt wat vaker op bij jonge kinderen. Het kan worden veroorzaakt door a) een kaak- of neusbijholte ontsteking, b) een uitbreiding of verslechtering van een preseptale cellulitis, c) een locale doorgroei van een ontsteking (traanzak-ontsteking, tandontsteking), d) een verspreiding van bacteriën via de bloedbaan, e) na een ongeval of f) na een operatie (netvlies, traanzak of oogkas-operatie. Voor meer informatie, zie folder cellulitis
      preseptale / orbitale cellulitis
  • Ontstekingsziekten
    • Idiopatische orbitale inflammatoire disease (IOID). Een andere naam voor deze aandoening is een “orbtale pseudotumor”. Het is een ruimte-innemende lesie in de oogkas, veroorzaakt door een ontstekingsproces in de weke delen rondom de oogbol en die niet past bij een tumor of een infectie. Het treedt met name op in de leeftijdsperiode van 30-70 jaar. Het wordt gekenmerkt door roodheid rondom de oogkas, zwelling, pijn en bij ernstige gevallen kan het gepaard gaan met een proptosis (uitpuilend oog) en ophthalmoplegie (bewegingsstoornissen). Het beloop kan varieren van spontaan herstel tot ernstige en langdurige ontsteking met littekenvorming in de oogkas.
    • Traanklier-ontsteking (acute dacroadenitis). De traanklier zit aan de buiten-bovenzijde van het oog, net onder de bovenste oogkasrand.
    • Oogspier-ontsteking (orbitale myositos). In dit geval zijn één of meerdere oogspieren ontstoken. Het treedt meestal op tijdens de vroege volwassen leeftijd. De klachten kunnen bestaan uit pijn, pijn bij oogbeweging en dubbelzien. Bij oogonderzoek wordt het volgende waargenomen: soms milde proptosis (uitpuilend oog), zwelling van het ooglid, een laagstand van het ooglid (ptosis) en zwelling van het oogslijmvlies.
  • Bloedvat-afwijkingen (malformaties)
    • Spatader (varices). De aderen in de oogkas zijn zwakker dan normaal en gaan zich verwijden. De aandoening wordt gekenmerkt door: wisselend uitpuilende ogen (proptosis), varices in het slijmvlies, een zichtbare laesie in het ooglid.
    • Lymfangioom. Dit is een goedaardig bloedvatgezwelen wordt meestal in de vroege kinderjaren gediagnostiseerd.
    • Carotis-caverneuze fistel. Dit is een rechtstreekse verbinding tussen een slagader en en ader (arterioveneuze fistel). De bloeddruk in een slagader is normaliter veel hoger dan in een ader. Door deze abnormale verbinding neemt de bloeddruk in de ader flink toe en kan de bloedstroom zelfs omkeren. Zo’n fistel kan aanwezig zijn tussen de carotis (halsslagader) en het caverneuze systeem (afvoersysteem van bloed uit de hersenen). De verbinding kan ontstaan a) na een ongeval (in 75% van de gevallen, bijvoorbeeld een schedelbasis fractuur of b) het kan spontaan ontstaan zijn. De verschijnselen kunnen bestaan uit: pulserende proptosis (het oog puilt wisselend uit), een zwelling van het slijmvlies (chemosis) en het waarnemen van een pulserend geluid in het hoofd.
  • Cysten
    Dit is een vochtophoping die op verschillende plaatsen kunnen ontstaan. Voorbeelden zijn een cyste in de traanklier (dacryops), een cyste van huidweefsel in het bovenooglid (dermoid cyste), een cyste vanuit de neusbijholte (sinus mucocele) of een cyste die uitgaat van de hersenen en doorbreekt in de oogkas (encephalocele).
  • Tumoren. Dit kunnen goedaardige of kwaadaardige gezwellen zijn, zoals:
    • capillair hemangioom
    • caverneus hemangioom
    • traanklier gezwellen (adenoom of carcinoom)
    • gezwel van de oogzenuw (glioom, meningioom, neurofibroom)
    • lymfoom van de oogleden of in de oogkas
    • tumoren door uitzaaiingen (metastasen)
Voorbeeld: gezwel achter beide oogbollen 
lymfoom orbita (gezwel achter oogbol)
4. Prolaberende traanklier
Dit is een zichtbare zwelling aan de buitenzijde van het bovenooglid. De traanklier kan uitpuilen omdat deze niet goed gefixeerd is in de ruimte waarin de traanklier zich normaliter bevindt. Het betreft vaak jonge vrouwen die zich storen aan de zichtbare en voelbare zwelling. De aandoening wordt gekenmerkt door: pijnloze zwelling, afwezigheid van een ontsteking, geen droge ogen, vaak beiderzijds (maar vaak asymmetrisch) en bevindt zich onder de superolaterale orbitarand. De zwelling kan worden teruggeduwd. De traanklier kan operatief wordt teruggeplaatst en vastgezet.
Scroll naar boven